De ademhalingsfrequentie en -diepte kunnen tijdens een aanval veranderen. Dit komt omdat de elektrische activiteit in de hersenen die een aanval veroorzaakt, ook het ademhalingscentrum in de hersenstam kan beïnvloeden. Dit kan ervoor zorgen dat de ademhaling sneller of langzamer wordt, of dat de ademhaling oppervlakkiger of dieper wordt. Veranderingen in de ademhalingsfrequentie en -diepte tijdens een aanval kunnen tot een aantal problemen leiden, waaronder:

- Hypoxie: Dit is een aandoening waarbij de hersenen en andere organen niet genoeg zuurstof krijgen. Hypoxie kan tijdens een aanval door een aantal factoren worden veroorzaakt, waaronder:

- Ademhalingsdepressie: Dit betekent dat de ademhaling langzamer of oppervlakkiger is dan normaal.

- Laryngospasme: Dit betekent dat de spieren in de keel verkrampen en de luchtwegen blokkeren.

- Toegenomen zuurstofbehoefte: De hersenen gebruiken veel zuurstof en tijdens een aanval kan de zuurstofbehoefte van de hersenen aanzienlijk toenemen.

* Hyperventilatie: Dit is een aandoening waarbij de ademhaling sneller is dan normaal. Hyperventilatie kan ook een aantal problemen veroorzaken, waaronder:

- Hypocapnie: Dit betekent dat het kooldioxidegehalte in het bloed te laag is.

- Alkaliëmie: Dit betekent dat de pH van het bloed te hoog is.

- Duizeligheid: Hyperventilatie kan een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid en flauwvallen veroorzaken.

Veranderingen in de ademhalingsfrequentie en -diepte tijdens een aanval kunnen gevaarlijk zijn en tot ernstige complicaties leiden. Als u merkt dat iemand een aanval heeft en de ademhaling wordt beïnvloed, is het belangrijk om kalm te blijven en medische hulp in te roepen.