1. Fruit:
- Bessen (zoals bosbessen, frambozen, aardbeien)
- Druiven
- Watermeloen
- Sinaasappelen
- Ananassen
- Avocado's (matige inname vanwege hun hogere vetgehalte)
2. Groenten:
- Groene bladgroenten (bijvoorbeeld spinazie, boerenkool, rucola)
- Asperges
- Paprika's
- Courgette
- Wortelen
- Komkommers
3. Volle granen:
- Bruine rijst
- Quinoa
- Havermout
4. Eiwitbronnen:
- Magere eiwitten zoals vis (vooral zalm), kip (zonder vel), tofu en peulvruchten (bijvoorbeeld linzen, kikkererwten).
5. Zuivelproducten:
- Kaliumzuivelproducten (bijvoorbeeld magere melk, magere yoghurt en sommige kazen met laag kaliumgehalte)
6. Vetten:
- Olijfolie
- Canola-olie
- Avocado-olie
7. Gematigd verbruik:
- Zoete aardappelen (met mate vanwege hoger kaliumgehalte)
- Bananen (met mate vanwege hoger kaliumgehalte)
- Tomaten (matige inname vanwege kalium en mogelijke interacties met levermedicijnen)
Het is belangrijk om een zorgverlener, zoals een geregistreerde diëtist, te raadplegen om een persoonlijk dieetplan te ontwikkelen op basis van uw individuele behoeften en kaliumspiegels. Zij kunnen u specifieke aanbevelingen en begeleiding geven om ervoor te zorgen dat u voldoende voeding krijgt en tegelijkertijd uw lever- en kaliumspiegels onder controle houdt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win