1. Frostnip (eerstegraads bevriezing):
- Beginstadium van bevriezing, waarbij alleen de buitenste huidlaag wordt aangetast.
- Symptomen zijn onder meer gevoelloosheid, tintelingen en een witachtig of bleek uiterlijk.
- Er treedt geen permanente weefselschade op als het opwarmen snel plaatsvindt.
2. Oppervlakkige bevriezing (tweedegraads bevriezing):
- Diepere bevriezing tast de epidermis en een deel van de dermis (diepere huidlaag) aan.
- Symptomen zijn onder meer gevoelloosheid, tintelingen, roodheid, zwelling en pijn bij het opwarmen.
- Er kunnen blaarvorming optreden, maar er is geen vernietiging van diepere weefsels of permanente schade.
3. Diepe bevriezing (derdegraads bevriezing):
- Ernstige bevriezing strekt zich uit tot alle lagen van de huid en tot in het onderliggende vet, spieren, pezen en zelfs botten.
- Symptomen zijn onder meer een bleke, wasachtige of blauwachtige huid die stevig of moeilijk aanvoelt.
- Diepe pijn is mogelijk niet aanwezig vanwege beschadigde zenuwen.
- Derdegraads bevriezing kan leiden tot blijvende weefselschade en tot amputatie.
4. Bevriezing Gangreen (vierdegraads bevriezing):
- Extreem ernstige bevriezing dringt diep door in het lichaam, inclusief botten en diepere structuren.
- Gekenmerkt door zwartgeblakerd, dood weefsel.
- Vereist een uitgebreide behandeling en leidt vaak tot amputatie van de aangetaste lichaamsdelen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win