Neusspoeling

1. De proefpersoon moet zijn/haar neus in een tissue snuiten voordat hij/zij begint.

2. Het verzamelapparaat bestaat uit een buis van 2,0 ml met schroefdop zonder pakking, die 1,0 ml van het virale transportmedium bevat.

3. Voeg het resterende halve volume van het meegeleverde transportmedium toe (1 ml) tot een totaal van 2 ml.

4. De patiënt leunt naar voren en strekt zijn/haar hoofd naar achteren. De punt van de pipet moet ongeveer 1 cm in één neusgat worden gestoken, terwijl het andere neusgat met een vinger wordt afgesloten

5. Met de pipet kan de vloeistof vervolgens in en uit het neusgat worden gepompt

6. Terwijl de proefpersoon dit doet, moet hij/zij door zijn/haar mond uitademen.

7. De vloeistof wordt uit het andere neusgat verdreven.

8. De vloeistof wordt in de buis opgevangen door deze eenvoudigweg om te draaien, zodat de punt nu ondergedompeld is in de op te vangen vloeistof.

9. De patiënt wordt geïnstrueerd om zachtjes te snuiven, zodat de vloeistof via de pipet in het verzamelflesje kan stromen.

10. Er moet ongeveer 1 ml neusspoeling worden opgevangen.