Genetica: Bepaalde individuen kunnen een genetische aanleg hebben voor een onderbeet, geërfd van hun ouders of voorouders.
Kaakuitlijning: Een verkeerde uitlijning van de kaak, ook wel malocclusie genoemd, kan resulteren in een onderbeet. Dit kan gebeuren wanneer de onderkaak (onderkaak) naar voren is geplaatst ten opzichte van de bovenkaak (maxilla).
Overbeten in de vroege kinderjaren: In eerste instantie hebben de meeste kinderen een kleine overbeet. Naarmate hun tanden en kaken groeien, neemt de overbeet geleidelijk af tot een normale beet. In sommige gevallen blijft een overbeet aanhouden of wordt deze zelfs nog duidelijker, wat zich uiteindelijk kan ontwikkelen tot een onderbeet.
Langdurig duimzuigen: Aanhoudend duimzuigen na de leeftijd van 3 of 4 jaar kan druk uitoefenen op de tanden en kaken, wat kan leiden tot het uitsteken van de onderkaak en de ontwikkeling van een onderbeet.
Tongstoten: De gewoonte om de tong naar voren te duwen tijdens het spreken of slikken kan een constante druk op de tanden uitoefenen, waardoor de bovenkaak smaller wordt en de onderkaak naar voren wordt geduwd, wat resulteert in een onderbeet.
Trauma: In sommige gevallen kunnen gezichtsblessures of trauma de groei en ontwikkeling van de kaken beïnvloeden, wat leidt tot een onderbeet.
Het is essentieel om een tandarts of orthodontist te raadplegen als u tekenen van een onderbeet of andere tandheelkundige problemen opmerkt. Ze kunnen de onderliggende factoren beoordelen en passende behandelingen aanbevelen om de aandoening te corrigeren. Vroegtijdige interventie kan de ontwikkeling van de kaak helpen begeleiden en verdere complicaties voorkomen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win