Hier is een meer gedetailleerde uitleg van het proces:
1. Concentratiegradiënt:De hypotone oplossing heeft een lagere concentratie opgeloste stoffen, zoals zouten en organische moleculen, vergeleken met de binnenkant van de cel. Hierdoor ontstaat een concentratiegradiënt, met een hogere concentratie opgeloste stoffen in de cel en een lagere concentratie opgeloste stoffen daarbuiten.
2. Semipermeabel membraan:Het celmembraan is semipermeabel, wat betekent dat het bepaalde moleculen en ionen doorlaat terwijl het andere blokkeert. Watermoleculen kunnen vrij door het celmembraan bewegen, terwijl de meeste opgeloste stoffen dat niet kunnen.
3. Osmotische druk:Het verschil in concentraties van opgeloste stoffen tussen de binnen- en buitenkant van de cel creëert osmotische druk. Osmotische druk is de kracht die de beweging van water door het membraan aandrijft om de concentraties gelijk te maken.
4. Waterbeweging:Naarmate de osmotische druk buiten de cel hoger is, bewegen watermoleculen van de hypotone oplossing de cel in. Deze instroom van water zorgt ervoor dat de cel uitzet en gezwollen wordt.
Het is belangrijk op te merken dat de mate waarin water de cel binnendringt afhankelijk is van de concentratiegradiënt en de permeabiliteit van het celmembraan. Als het concentratieverschil aanzienlijk is, kan de cel overmatig opzwellen en zelfs barsten, wat bekend staat als cellyse.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win