Zweetklieren geven water, elektrolyten, ureum, melkzuur, vetzuren, aminozuren, glucose en eiwitten af. De samenstelling van zweet varieert afhankelijk van de locatie van de zweetklieren en de hydratatiestatus van het lichaam. Zweet uit eccriene klieren is bijvoorbeeld hypotoon, wat betekent dat het een lagere concentratie opgeloste stoffen heeft dan bloedplasma, terwijl zweet uit apocriene klieren geconcentreerder is. Eccriene zweet is ook verantwoordelijk voor de thermoregulatie en koeling van het lichaam, terwijl apocrien zweet voornamelijk een feromonale functie heeft.