1. Verminderde follikels in de eierstokken :Naarmate vrouwen de menopauze naderen, neemt het aantal follikels in de eierstokken (die onrijpe eicellen bevatten) geleidelijk af. Deze achteruitgang is geprogrammeerd en genetisch bepaald. Met minder follikels produceren de eierstokken minder oestrogeen.
2. Verlaagde FSH- en LH-niveaus :FSH (follikelstimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon) zijn twee hormonen die door de hypofyse worden geproduceerd en die de menstruatiecyclus reguleren en de eierstokken stimuleren om follikels en oestrogeen te produceren. Na de menopauze neemt de productie van FSH en LH toe in een poging de eierstokken te stimuleren, maar door het verminderde aantal follikels reageren de eierstokken minder, wat resulteert in een verminderde oestrogeenproductie.
3. Leeftijdsgerelateerde veranderingen in enzymactiviteit :Enzymen spelen een cruciale rol bij de synthese van oestrogeen. Naarmate vrouwen ouder worden, kan er een afname optreden in de activiteit van bepaalde enzymen die betrokken zijn bij de oestrogeenproductieroute. Dit enzymdeficiëntie vermindert de productie van oestrogeen door de eierstokken verder.
4. Genetische factoren :Sommige vrouwen hebben meer kans op een vroege menopauze of een snelle daling van de oestrogeenproductie als gevolg van genetische aanleg. Genen die betrokken zijn bij de functie van de eierstokken en het hormoonmetabolisme kunnen het tijdstip van de menopauze beïnvloeden en de snelheid waarmee de oestrogeenspiegels na de menopauze afnemen.
Het is belangrijk op te merken dat de daling van de oestrogeenproductie niet abrupt is; het treedt geleidelijk op gedurende meerdere jaren voorafgaand aan de menopauze en blijft afnemen tijdens de postmenopauze.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win