1. Hypoxie: Naarmate de hoogte toeneemt, neemt de atmosferische druk af, wat leidt tot een verminderde partiële zuurstofdruk (PO2). Dit resulteert in hypoxie, een aandoening waarbij de lichaamsweefsels minder zuurstof ontvangen dan nodig is.
2. Snelle ademhaling: Als reactie op hypoxie verhoogt het lichaam de ademhalingsfrequentie om het lagere zuurstofniveau te compenseren. Snelle ademhaling zorgt ervoor dat er meer zuurstof in de longen komt.
3. Hyperventilatie: In sommige gevallen kan een snelle ademhaling leiden tot hyperventilatie, waarbij de persoon overmatig ademt, waardoor een onbalans in het zuurstof- en kooldioxidegehalte in het bloed ontstaat.
4. Langzamere bloedsomloop: Een laag zuurstofniveau kan ervoor zorgen dat de bloedvaten vernauwen, wat leidt tot een langzamere bloedcirculatie. Dit belemmert de toevoer van zuurstof naar de weefsels.
5. Cognitieve stoornissen: Langdurige hypoxie op grote hoogte kan de cognitieve functies, het beoordelingsvermogen en de coördinatie beïnvloeden, wat bijzonder gevaarlijk kan zijn tijdens ruimtereizen.
6. Longoedeem op grote hoogte (HAPE): Een ernstige aandoening die kan optreden op grote hoogte, waar vocht zich ophoopt in de longen, waardoor de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide wordt belemmerd.
Onder water (duiken of saturatieduiken):
1. Verhoogde druk: Onder water neemt de druk aanzienlijk toe met de diepte. Deze verhoogde druk beïnvloedt het ademhalingssysteem en de gasdynamiek.
2. Stikstofnarcose: Op diepten groter dan 30 meter (100 voet) kunnen duikers last krijgen van stikstofnarcose, een staat van euforie en een verminderd beoordelingsvermogen, veroorzaakt door de hoge partiële stikstofdruk.
3. Zuurstoftoxiciteit: Het inademen van zuivere zuurstof bij verhoogde druk kan leiden tot zuurstofvergiftiging, wat epileptische aanvallen, neurologische schade en zelfs de dood kan veroorzaken. Duikers moeten hun blootstelling aan zuurstof zorgvuldig in de gaten houden.
4. Decompressieziekte (DCS): DCZ, ook bekend als 'de bochten', treedt op wanneer duikers te snel opstijgen of gassen met verschillende samenstellingen inademen, waardoor opgeloste stikstofbellen in de weefsels ontstaan, wat leidt tot gewrichtspijn, vermoeidheid en mogelijk ernstige neurologische symptomen.
5. Ademhalingswerk: Het onder water inademen van gecomprimeerd gas verhoogt de weerstand tegen de luchtstroom, waardoor ademhalen moeilijker wordt. Duikers moeten tijdens hun duiken rekening houden met deze verhoogde ademhalingsbelasting.
6. Hypercapnie: Bij duiken met een rebreather met een gesloten circuit bestaat het risico dat er zich kooldioxide ophoopt (hypercapnie) als de rebreather niet goed functioneert of niet goed wordt gecontroleerd.
Het beheren van de ademhaling in zowel ruimteomgevingen op grote hoogte als onderwaterduiken vereist gespecialiseerde training, strikte protocollen en zorgvuldige monitoring van het zuurstof- en kooldioxideniveau om de risico's te minimaliseren en de veiligheid te garanderen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win