1,7 cm wordt beschouwd als een relatief kleine maat voor een bijnieradenoom, en de overgrote meerderheid van kleine adenomen is goedaardig (niet-kankerachtig). Het is echter essentieel om onderliggende aandoeningen uit te sluiten die verband houden met bijniertumoren, zoals het syndroom van Cushing, het syndroom van Conn (primair aldosteronisme) of feochromocytoom.
Uw arts kan verdere tests aanbevelen, zoals bloedonderzoek, urineonderzoek of beeldvormend onderzoek, om de bijniertumor te beoordelen en de functie ervan te evalueren. Deze tests kunnen helpen bepalen of de tumor overmatige hormonen afscheidt of hormonale onevenwichtigheden veroorzaakt.
Als blijkt dat het bijnieradenoom niet functioneert (geen overtollige hormonen produceert) en klein is, kan nauwlettend toezicht het enige zijn dat nodig is. Regelmatige vervolgafspraken en beeldvormende tests kunnen worden aanbevolen om de stabiliteit van de tumor in de loop van de tijd te observeren.
Als echter blijkt dat het adenoom functioneert (het scheidt hormonen af die tot gezondheidsproblemen kunnen leiden) of als het groter wordt, kan uw zorgverlener de behandelingsopties bespreken. De behandeling kan medicatie, een operatie of andere interventies omvatten, afhankelijk van de specifieke diagnose en individuele omstandigheden.
Het is van cruciaal belang dat u uw zorgen en eventuele symptomen die u ervaart, met uw zorgverlener bespreekt. Zij kunnen u nauwkeurige informatie, geruststelling en passend medisch advies geven, afgestemd op uw situatie.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win