Herpes simplex-virus type 1 (HSV-1) en herpes simplex-virus type 2 (HSV-2) zijn twee typen van het herpes simplex-virus. HSV-1 veroorzaakt meestal orale herpes, terwijl HSV-2 meestal genitale herpes veroorzaakt. Beide typen virussen kunnen echter orale of genitale herpes veroorzaken.

Het herpes simplex-virus wordt verspreid door direct contact met de huid of slijmvliezen van een geïnfecteerde persoon. Dit kan gebeuren door middel van zoenen, orale seks, vaginale seks of anale seks. Het is ook mogelijk om herpes te krijgen door het delen van persoonlijke spullen, zoals scheermesjes of handdoeken, met een besmette persoon.

De eerste keer dat iemand besmet raakt met het herpes simplex-virus, kan er sprake zijn van een primaire uitbraak. Dit kan symptomen veroorzaken zoals koorts, hoofdpijn, spierpijn en vermoeidheid. Ze kunnen ook blaren of zweren op hun mond of geslachtsdelen krijgen. De primaire uitbraak verdwijnt meestal binnen een paar weken, maar het virus kan in het lichaam achterblijven en terugkerende uitbraken veroorzaken.

Recidiverende uitbraken zijn doorgaans minder ernstig dan de primaire uitbraak. Ze kunnen blaren of zweren in de mond of geslachtsorganen veroorzaken, maar verdwijnen meestal binnen een paar dagen. Sommige mensen hebben tijdens hun leven maar een paar terugkerende uitbraken, terwijl anderen mogelijk vaker uitbraken hebben.

Er is geen remedie voor het herpes simplex-virus, maar er zijn behandelingen die kunnen helpen de symptomen te verminderen en terugkerende uitbraken te voorkomen. Deze behandelingen omvatten antivirale medicijnen, zoals aciclovir, valaciclovir en famciclovir.