1. Littekenvorming (fibrose):

* Cirrose zorgt ervoor dat de lever littekenweefsel produceert als reactie op letsel en ontsteking.

* Naarmate de littekenvorming toeneemt, wordt de normale architectuur van de lever verstoord.

2. Knobbeltjes (regeneratie):

* In een poging het beschadigde leverweefsel te compenseren, regenereren gezonde levercellen zich en vormen knobbeltjes omgeven door littekenweefsel.

* Deze knobbeltjes zijn ongeorganiseerd en belemmeren de leverfunctie.

3. Verminderde bloedstroom:

* Littekenweefsel blokkeert de bloedstroom door de lever, waardoor de druk in de poortader (de ader die bloed van de darmen naar de lever transporteert) toeneemt.

*Dit staat bekend als portale hypertensie.

4. Portale hypertensie:

* Portale hypertensie leidt tot verschillende complicaties, waaronder:

- Splenomegalie (vergrote milt)

- Slokdarmvarices (vergrote aderen in de slokdarm die kunnen scheuren en bloeden)

- Ascites (vochtophoping in de buik)

5. Verminderde leverfunctie:

* Naarmate de littekenvorming vordert, wordt de lever minder goed in staat zijn functies uit te voeren, zoals:

- Productie van gal voor de spijsvertering

- Het verwijderen van gifstoffen

- Het produceren van stollingsfactoren

- Regulering van de bloedsuikerspiegel