Het hart trekt samen en pompt bloed in een gesynchroniseerd ritme van systole en diastole. Tijdens één hartslag komt het gehoorde "LUB"-geluid overeen met het eerste hartgeluid (S1). Dit gebeurt tijdens de systole, wanneer de atria al zijn samengetrokken en de ventrikels met bloed hebben gevuld, waarna de ventrikels samentrekken en hun druk verhogen. Als gevolg hiervan sluiten de mitralisklep en de tricuspidalisklep met kracht, waardoor het "LUB" -geluid ontstaat. Tijdens het "LUB"-geluid van een hartslag zijn het dus voornamelijk de ventrikels die samentrekken, wat leidt tot het sluiten van de atrioventriculaire kleppen (de mitralis- en tricuspidaliskleppen) en het genereren van de eerste harttoon.