1. Skeletspierpomp :Wanneer skeletspieren samentrekken, zoals tijdens lopen of armbewegingen, drukken ze nabijgelegen aderen samen. De druk die wordt uitgeoefend door de samentrekkende spieren helpt het bloed in de aderen naar het hart te stuwen.
2. Beademingspomp :Tijdens het inademen trekken het middenrif en andere ademhalingsspieren samen, waardoor de intrathoracale druk (in de borstkas) afneemt. Deze negatieve druk trekt bloed uit de grote aderen in de buik naar de borst, waardoor de veneuze terugkeer wordt bevorderd.
3. Hartzuigeffect: Terwijl het hart zich ontspant tijdens de diastole (de vulfase), ontstaat er een vacuüm dat bloed uit de aderen naar de kamers zuigt. De terugslagkleppen in de aderen (veneuze kleppen) zorgen ervoor dat het bloed alleen richting het hart stroomt en terugstromen voorkomt.
4. Vis A Tergo ("Kracht van achteren"): Dit verwijst naar het continu genereren van bloeddruk in de slagaders en haarvaten. De druk die wordt gegenereerd door de samentrekkingen van het hart duwt het bloed naar voren door de slagaders en dwingt het zuurstofarme bloed via aderen terug naar het hart.
5. Aderkleppen: Aders bevatten eenrichtingskleppen die terugstroming voorkomen en de voorwaartse bloedstroom naar het hart behouden. Deze kleppen zorgen ervoor dat het bloed zich niet ophoopt of in de verkeerde richting stroomt, waardoor een efficiënte veneuze terugkeer wordt bevorderd.
Deze factoren werken samen om te zorgen voor een stabiele en adequate stroom zuurstofarm bloed vanuit verschillende delen van het lichaam terug naar het hart, waar het opnieuw van zuurstof wordt voorzien en vervolgens naar de longen en de systemische circulatie wordt gepompt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win