1. Elektrocardiogram (ECG):
- Een ECG is een niet-invasieve test die de elektrische activiteit van het hart registreert. Het kan onregelmatige hartslagen detecteren en de hartslag en het ritme bepalen.
- Een standaard ECG wordt uitgevoerd met behulp van elektroden die op de borst, armen en benen zijn bevestigd. Een ECG met 12 afleidingen biedt een gedetailleerdere registratie van de elektrische activiteit van het hart.
- Een ECG kan korte episoden van AFib vastleggen, maar als de aritmie tijdens de test niet aanwezig is, wordt deze mogelijk niet gedetecteerd.
2. Holtermonitor:
- Een Holter-monitor is een draagbaar ECG-apparaat dat gedurende langere tijd wordt gedragen, meestal 24 uur of langer. Het registreert continu de elektrische activiteit van het hart tijdens normale dagelijkse activiteiten.
- Holtermonitoring is nuttig voor het detecteren van intermitterende of paroxysmale AFib-episodes die mogelijk niet worden vastgelegd tijdens een standaard ECG.
3. Gebeurtenisrecorder:
- Een gebeurtenisrecorder is een klein, draagbaar apparaat dat kan worden gebruikt om het hartritme langer vast te leggen dan een Holter-monitor, meestal tot enkele weken of maanden.
- Het wordt doorgaans gebruikt voor personen die onregelmatige hartritmesymptomen ervaren, zoals incidentele hartkloppingen of duizeligheid. Wanneer er symptomen optreden, kan de persoon het apparaat activeren om de episode op te nemen.
4. Echocardiogram (echo):
- Een echocardiogram maakt gebruik van ultrasone golven om beelden van het hart te creëren. Het kan helpen bij het beoordelen van de structuur en functie van het hart, inclusief de grootte en functie van de hartkamers, klepfunctie en bloedstroompatronen.
- Een echo kan helpen bij het identificeren van onderliggende aandoeningen die verband houden met AFib, zoals klepafwijkingen, een vergroot hart of bloedstolsels.
5. Bloedonderzoek:
- Bepaalde bloedonderzoeken, zoals schildklierfunctietests en elektrolytenpanels, kunnen worden uitgevoerd om te controleren op aandoeningen die kunnen bijdragen aan AFib, zoals schildklierproblemen of verstoorde elektrolytenbalans.
- Bloedonderzoek kan ook markers detecteren die verband houden met een verhoogd risico op het ontwikkelen van AFib, zoals hoge niveaus van bepaalde hormonen of ontstekingsmarkers.
6. Transoesofageaal echocardiogram (TEE):
- Een TEE is een gespecialiseerde vorm van echocardiogram, uitgevoerd door het inbrengen van een kleine ultrasone sonde in de slokdarm, die zich achter het hart bevindt. Het biedt gedetailleerde beelden van de structuren van het hart, inclusief het linker atrium, waar AFib vaak ontstaat.
- TEE is met name nuttig voor het evalueren van patiënten met vermoedelijke atriale trombi (bloedstolsels) voordat ze bepaalde procedures ondergaan, zoals ablatietherapie voor AFib.
Het is belangrijk om een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg, zoals een cardioloog, te raadplegen om de meest geschikte testmethode te bepalen op basis van individuele symptomen en risicofactoren. Zij zullen de noodzakelijke tests aanbevelen om AFib te diagnosticeren of uit te sluiten en verdere behandelbeslissingen te begeleiden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win