Het hart laat geen nieuwe aderen rond geblokkeerde gebieden groeien. Wanneer een kransslagader verstopt raakt, kan dit leiden tot een hartaanval, waardoor de hartspier wordt beschadigd. Het hart kan zichzelf niet herstellen en het beschadigde weefsel wordt vervangen door littekenweefsel. Dit littekenweefsel bevat geen bloedvaten, waardoor de hartspier in het getroffen gebied geen zuurstof of voedingsstoffen ontvangt. Dit kan leiden tot hartfalen.
Er zijn een aantal behandelingen die kunnen worden gebruikt om de bloedtoevoer naar het hart te verbeteren, waaronder bypass-chirurgie en angioplastiek. Deze behandelingen kunnen de symptomen van hartziekten helpen verlichten en hartfalen voorkomen.