1. Door gestandaardiseerde tests. Gestandaardiseerde tests worden vaak gebruikt om iemands academische vaardigheden en capaciteiten te beoordelen. Studenten die op deze tests onder een bepaald grenspunt scoren, kunnen worden bestempeld met een leerstoornis.
2. Door observatie in de klas. Leraren en andere opvoeders kunnen leerlingen observeren die het moeilijk hebben op academisch gebied en vermoeden dat ze mogelijk een leerstoornis hebben. Deze studenten kunnen worden doorverwezen voor verder onderzoek door een psycholoog of andere specialist.
3. Via een verzoek van een ouder. Ouders die zich zorgen maken over de studievoortgang van hun kind, kunnen verzoeken dat hun kind wordt beoordeeld op een leerstoornis. Dit kan via de school van het kind of via een particuliere psycholoog of een specialist op het gebied van leerstoornissen.
4. Op aanbeveling van een arts. Een arts kan aanbevelen dat een kind wordt beoordeeld op een leerstoornis als het een medische aandoening heeft waarvan bekend is dat deze de academische prestaties beïnvloedt. Voorbeelden van medische aandoeningen die leerstoornissen kunnen veroorzaken zijn ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder), dyslexie en autismespectrumstoornissen.
Als iemand eenmaal het label met een leerstoornis heeft gekregen, kan hij in aanmerking komen voor een verscheidenheid aan diensten en ondersteuning om hem te helpen zijn uitdagingen te overwinnen. Deze diensten kunnen speciale onderwijslessen, bijles, logopedie of bezigheidstherapie omvatten. Met de juiste ondersteuning kunnen mensen met leerproblemen slagen op school en in het leven.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win