Een voorbeeld van een gunstige mutatie is het sikkelcelallel. In zijn homozygote vorm veroorzaakt het sikkelcelallel sikkelcelanemie, een ernstige ziekte die leidt tot chronische pijn en orgaanschade. In zijn heterozygote vorm biedt het sikkelcelallel echter bescherming tegen malaria, een levensbedreigende parasitaire infectie. Mensen die één kopie van het sikkelcelallel en één kopie van het normale allel bij zich dragen, hebben minder kans om malaria te ontwikkelen dan mensen die twee kopieën van het normale allel hebben. Dit komt omdat de sikkelvormige rode bloedcellen die worden geproduceerd door het sikkelcel-allel beter bestand zijn tegen infectie door de malariaparasiet. Er wordt aangenomen dat het sikkelcelallel zijn oorsprong vindt in West-Afrika, waar malaria veel voorkomt. Het wordt nu aangetroffen bij mensen van Afrikaanse afkomst over de hele wereld.