Genetische eigenschappen worden bepaald door genen, die zich op chromosomen bevinden. Elke persoon heeft twee exemplaren van elk chromosoom, één geërfd van elke ouder. Sommige genen zijn dominant, wat betekent dat ze altijd tot expressie zullen komen als ze aanwezig zijn. Andere genen zijn recessief, wat betekent dat ze alleen tot expressie komen als beide kopieën van het gen defect zijn.
Als een persoon slechts één defect exemplaar van een recessief gen heeft, wordt hij drager genoemd. Dragers vertonen geen tekenen of symptomen van de ziekte, maar ze kunnen het defecte gen doorgeven aan hun kinderen. Als twee dragers een kind krijgen, is er een kans van 1 op 4 dat het kind twee defecte kopieën van het gen erft en de ziekte ontwikkelt.
Dit is de reden waarom erfelijke ziekten bij een kind kunnen voorkomen, zelfs als geen van beide ouders tekenen of symptomen van de ziekte vertoont. Als beide ouders drager zijn van een recessief gen, bestaat de kans dat hun kind twee defecte kopieën van het gen erft en de ziekte ontwikkelt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win