Hyperplasie verwijst naar een toename van het aantal cellen in een weefsel of orgaan, resulterend in de vergroting ervan. Deze groei is voornamelijk te wijten aan een toename van de celdeling en niet aan de celgrootte. Hyperplasie kan fysiologisch zijn, zoals waargenomen tijdens de orgaanontwikkeling of zwangerschap, of pathologisch, optredend als reactie op verschillende stimuli of ziektetoestanden. Het leidt vaak tot zwelling of verdikking van organen en kan functionele implicaties hebben, afhankelijk van het specifieke aangetaste weefsel. Enkele opmerkelijke voorbeelden van hyperplasie zijn endometriale hyperplasie in de baarmoeder, prostaathyperplasie in de prostaat en lymfoïde hyperplasie in lymfeklieren. Het begrijpen van de onderliggende oorzaken en mechanismen van hyperplasie is belangrijk bij het beheersen van gerelateerde gezondheidsproblemen.