* O-H-obligatie: Dit is een polaire covalente binding tussen de zuurstof- en waterstofatomen. Het zuurstofatoom is elektronegatiever dan het waterstofatoom en trekt dus sterker elektronen aan. Hierdoor ontstaat een gedeeltelijke positieve lading op het waterstofatoom en een gedeeltelijke negatieve lading op het zuurstofatoom.
* C-O-obligatie: Dit is een covalente binding tussen de koolstof- en zuurstofatomen. De koolstof- en zuurstofatomen zijn beide elektronegatief, dus delen ze elektronen gelijkelijk. Hierdoor ontstaat een niet-polaire covalente binding.
* C-C-binding: Dit is een covalente binding tussen de twee koolstofatomen. De koolstofatomen zijn beide elektronegatief, dus delen ze elektronen gelijk. Hierdoor ontstaat een niet-polaire covalente binding.
* C-H-obligaties: Dit zijn covalente bindingen tussen de koolstofatomen en de waterstofatomen. De koolstofatomen zijn elektronegatiever dan de waterstofatomen en trekken dus sterker elektronen aan. Hierdoor ontstaat een gedeeltelijke positieve lading op de waterstofatomen en een gedeeltelijke negatieve lading op de koolstofatomen.
Methylalcohol (CH3OH)
* O-H-obligatie: Dit is een polaire covalente binding tussen de zuurstof- en waterstofatomen. Het zuurstofatoom is elektronegatiever dan het waterstofatoom en trekt dus sterker elektronen aan. Hierdoor ontstaat een gedeeltelijke positieve lading op het waterstofatoom en een gedeeltelijke negatieve lading op het zuurstofatoom.
* C-O-obligatie: Dit is een covalente binding tussen de koolstof- en zuurstofatomen. De koolstof- en zuurstofatomen zijn beide elektronegatief, dus delen ze elektronen gelijkelijk. Hierdoor ontstaat een niet-polaire covalente binding.
* C-H-obligaties: Dit zijn covalente bindingen tussen het koolstofatoom en de waterstofatomen. Het koolstofatoom is elektronegatiever dan de waterstofatomen en trekt dus sterker elektronen aan. Hierdoor ontstaat een gedeeltelijke positieve lading op de waterstofatomen en een gedeeltelijke negatieve lading op het koolstofatoom.
Isopropylalcohol (CH3CHOHCH3)
* O-H-obligatie: Dit is een polaire covalente binding tussen de zuurstof- en waterstofatomen. Het zuurstofatoom is elektronegatiever dan het waterstofatoom en trekt dus sterker elektronen aan. Hierdoor ontstaat een gedeeltelijke positieve lading op het waterstofatoom en een gedeeltelijke negatieve lading op het zuurstofatoom.
* C-O-obligatie: Dit is een covalente binding tussen de koolstof- en zuurstofatomen. De koolstof- en zuurstofatomen zijn beide elektronegatief, dus delen ze elektronen gelijkelijk. Hierdoor ontstaat een niet-polaire covalente binding.
* C-C-obligaties: Dit zijn covalente bindingen tussen de koolstofatomen. De koolstofatomen zijn allemaal elektronegatief, dus delen ze elektronen gelijk. Hierdoor ontstaan niet-polaire covalente bindingen.
* C-H-obligaties: Dit zijn covalente bindingen tussen de koolstofatomen en de waterstofatomen. De koolstofatomen zijn elektronegatiever dan de waterstofatomen en trekken dus sterker elektronen aan. Hierdoor ontstaan gedeeltelijke positieve ladingen op de waterstofatomen en gedeeltelijke negatieve ladingen op de koolstofatomen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win