1. Experimentatie: De persoon probeert het middel voor de eerste keer, meestal uit nieuwsgierigheid of sociale druk.
2. Voortdurend gebruik: De persoon blijft het middel gebruiken, vaak omdat het een positieve bekrachtiging oplevert (het geeft hem bijvoorbeeld een goed gevoel).
3. Misbruik: De persoon begint de stof vaker en in grotere hoeveelheden te gebruiken dan de bedoeling was. Ze kunnen hun verantwoordelijkheden gaan verwaarlozen of risicovol gedrag gaan vertonen om aan de stof te komen.
4. Afhankelijkheid: Het lichaam van de persoon wordt fysiek en psychologisch afhankelijk van de stof. Ze kunnen ontwenningsverschijnselen krijgen als ze stoppen met het gebruik van de stof.
5. Verslaving: De persoon is nu verslaafd aan de stof. Ze hebben geen controle over hun gebruik van het middel en ervaren negatieve gevolgen in alle aspecten van hun leven.
Het pad van verslaving is niet lineair. Mensen kunnen heen en weer gaan tussen verschillende stadia, en ze kunnen terugvallen na perioden van nuchterheid. Het begrijpen van het pad van de verslaving kan mensen echter helpen de waarschuwingssignalen te herkennen en hulp te krijgen voordat de verslaving verergert.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win