Fase één van alcoholisme, ook wel bekend als de pre-alcoholische fase , wordt gekenmerkt door de volgende gedragingen en symptomen:

- Verhoogd alcoholgebruik vergeleken met leeftijdsgenoten of eerdere persoonlijke gewoonten.

- Een preoccupatie met aan alcohol gerelateerde gedachten en activiteiten.

- Het ontwikkelen van een tolerantie voor alcohol, wat betekent dat er meer nodig is om dezelfde effecten te bereiken.

- Doorgaan met drinken ondanks negatieve gevolgen in het persoonlijke leven, relaties of op het werk/school.

- Het ervaren van black-outs of geheugenverlies door drinken.

- Risicovol gedrag vertonen terwijl u dronken bent, zoals onbeschermde seks, roekeloos rijgedrag of agressie.

- Toegenomen behoefte aan alcohol, vooral in stressvolle of negatieve situaties.