Er zijn veel verschillende soorten fracturen en elk type heeft zijn eigen unieke kenmerken en behandelingsopties. Artsen moeten een fractuur nauwkeurig kunnen beschrijven om de best mogelijke zorg te kunnen bieden. Enkele van de verschillende termen die artsen gebruiken om fracturen te beschrijven zijn onder meer:

Gesloten fractuur: Een fractuur waarbij de huid niet gebroken is.

Open fractuur: Een fractuur waarbij de huid kapot is en het bot bloot komt te liggen.

Verkleinde fractuur: Een breuk waarbij het bot in meerdere stukken wordt gebroken.

Greenstick-fractuur: Een fractuur waarbij het bot gebogen is maar niet volledig gebroken.

Geïmpacteerde fractuur: Een breuk waarbij de botuiteinden in elkaar worden gedreven.

Pathologische fractuur: Een breuk die optreedt in een bot dat verzwakt is door een ziekte, zoals osteoporose of kanker.

Dit zijn slechts enkele van de vele verschillende termen die artsen gebruiken om fracturen te beschrijven. Elke term heeft zijn eigen specifieke betekenis, en het is belangrijk dat artsen deze termen nauwkeurig kunnen gebruiken om met elkaar te kunnen communiceren en de best mogelijke zorg aan hun patiënten te kunnen bieden.