Een breuk die zich over de lengte van het bot verspreidt, staat bekend als een longitudinale breuk. Dit type fractuur treedt op wanneer er in de lengterichting een kracht op het bot wordt uitgeoefend, waardoor het uit elkaar splijt. Longitudinale fracturen worden vaak gezien in lange botten, zoals het femur (dijbeen) of tibia (scheenbeen). Ze kunnen worden veroorzaakt door een directe impact op het bot, zoals een val of botsing, of door draaiende of buigende krachten, zoals die optreden bij sportblessures. Afhankelijk van de ernst van de fractuur kunnen de behandelingsopties immobilisatie met een gipsverband, brace of een operatie omvatten.