De bloedgroep van een persoon wordt bepaald door de combinatie van antigenen (eiwitten) op het oppervlak van zijn rode bloedcellen en de overeenkomstige antilichamen in zijn plasma. Het ABO-bloedgroepsysteem kent vier belangrijke bloedgroepen:A, B, AB en O. De Rh (Rhesus)-factor is een ander antigeen dat aanwezig kan zijn op rode bloedcellen, wat resulteert in Rh-positief (Rh+) of Rh-negatief (Rh-)bloedgroepen.
In dit geval heeft de moeder bloedgroep B+ (B-positief), wat betekent dat ze zowel het B-antigeen op haar rode bloedcellen als de Rh-factor (D-antigeen) heeft. De vader heeft bloedgroep 0 (O-positief), wat betekent dat hij noch het A- noch het B-antigeen op zijn rode bloedcellen heeft, maar wel de Rh-factor.
Om de mogelijke bloedgroepen van hun kinderen te bepalen, kunnen we een Punnett-vierkant gebruiken:
| Moeder (B+) | B | B |
|---|---|---|
| Vader (0+) | O | ORh- |
| | O | ORh- |
Het Punnett-vierkant laat zien dat de mogelijke bloedgroepen voor hun kinderen B+, B- (Rh-negatief), 0+ en 0- (Rh-negatief) zijn.
Daarom is het niet mogelijk dat de zoon een D-RH-negatieve bloedgroep heeft, aangezien geen van beide ouders Rh-negatief bloed heeft.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win