De Rh-factor wordt geërfd van beide ouders. Een persoon kan alleen Rh-negatief zijn als beide ouders Rh-negatief zijn. Als de ene ouder Rh-positief is en de andere ouder Rh-negatief, kan het kind Rh-positief of Rh-negatief zijn.
Rh-negatief bloed is relatief zeldzaam en komt voor bij ongeveer 15% van de bevolking. Het komt vaker voor bij mensen van Europese afkomst en minder vaak bij mensen van Afrikaanse en Aziatische afkomst.
Rh-negatief bloed kan tijdens de zwangerschap problemen veroorzaken als de moeder Rh-negatief is en de vader Rh-positief. Dit kan leiden tot een aandoening die Rh-incompatibiliteit wordt genoemd en die ertoe kan leiden dat het immuunsysteem van de moeder de rode bloedcellen van de foetus aanvalt. Rh-incompatibiliteit kan worden voorkomen door de moeder Rh-immuunglobuline (RhIg) te geven, wat helpt voorkomen dat het immuunsysteem van de moeder de rode bloedcellen van de foetus aanvalt.
Rh-negatief bloed is ook belangrijk bij bloedtransfusies. Een persoon met Rh-negatief bloed kan alleen bloed ontvangen van een andere persoon met Rh-negatief bloed. Als een persoon met Rh-negatief bloed bloed ontvangt van een Rh-positief persoon, kan zijn immuunsysteem de getransfundeerde rode bloedcellen aanvallen, wat kan leiden tot een ernstige aandoening die hemolytische transfusiereactie wordt genoemd.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win