Gezondheid en ziekte gezondheid logo
bloedziekten

Welke speciale voorzorgsmaatregelen moet u nemen bij het afnemen van bloed?

Bij het afnemen van bloed is het belangrijk om speciale voorzorgsmaatregelen te nemen om de veiligheid en het welzijn van zowel de patiënt als de zorgverlener te garanderen. Hier zijn enkele essentiële voorzorgsmaatregelen waarmee u rekening moet houden:

1. Goede handhygiëne:

- Was uw handen grondig met water en zeep voor en na de procedure.

- Draag tijdens de gehele bloedafname handschoenen om direct contact met het bloed van de patiënt te voorkomen.

2. Voorbereiding van de uitrusting:

- Gebruik steriele naalden, spuiten en bloedafnamebuisjes.

- Zorg ervoor dat alle apparatuur correct is geëtiketteerd en vrij is van defecten.

3. Patiëntidentificatie:

- Verifieer de identiteit van de patiënt met behulp van twee vormen van identificatie (bijvoorbeeld naam, geboortedatum, medisch dossiernummer).

- Plak een patiëntidentificatielabel op de bloedafnamebuis of het bloedformulier.

4. Patiëntcomfort:

- Leg de procedure uit aan de patiënt en verkrijg geïnformeerde toestemming.

- Zet de patiënt in een comfortabele houding en bied ondersteuning indien nodig.

5. Aderselectie:

- Kies een geschikte ader voor de bloedafname, meestal in de antecubitale fossa (binnenste elleboog) of de rug van de hand.

- Vermijd aderen die tekenen van ontsteking of infectie vertonen.

6. Tourniquet-toepassing:

- Breng een tourniquet aan ongeveer 8-10 cm boven de venapunctieplaats.

- Laat de tourniquet los zodra de ader is gestabiliseerd en voordat de naald volledig is teruggetrokken.

7. Juiste techniek:

- Gebruik een soepele en stabiele techniek bij het inbrengen van de naald in de ader.

- Vermijd het door en door doorboren van de ader (waardoor een "vlindereffect" ontstaat).

8. Bloedafname:

- Zuig het bloed voorzichtig in de bloedafnamebuisjes en zorg ervoor dat de buisjes goed gevuld zijn.

- Vermijd krachtige aspiratie om hemolyse (afbraak van rode bloedcellen) te voorkomen.

9. Correcte behandeling van monsters:

- Ga voorzichtig om met de bloedafnamebuisjes om besmetting of morsen te voorkomen.

- Volg de juiste etiketteringsprocedures om een ​​nauwkeurige monsteridentificatie te garanderen.

10. Afvalverwerking:

- Gooi scherpe voorwerpen en andere verontreinigde materialen weg in de daarvoor bestemde naaldcontainers.

- Volg de juiste afvalverwerkingsprotocollen volgens de richtlijnen van uw instelling.

11. Patiëntenondersteuning:

- Help de patiënt bij het verwijderen van de tourniquet en het uitoefenen van druk op de venapunctieplaats.

- Bied emotionele steun en stel de patiënt gerust tijdens de procedure.

12. Zorg na de procedure:

- Breng een verband of plakstrip aan op de venapunctieplaats om bloeding te voorkomen.

- Adviseer de patiënt om het gebied schoon en droog te houden totdat het volledig geneest.

13. Desinfectie van apparatuur:

- Gooi artikelen voor eenmalig gebruik weg en reinig en desinfecteer herbruikbare apparatuur op de juiste manier volgens de institutionele protocollen.

14. Opvolging en documentatie:

- Noteer de details van de procedure (bijvoorbeeld de plaats van de venapunctie, de hoeveelheid afgenomen bloed, de aanwezigheid van complicaties) correct in het medisch dossier van de patiënt.

- Breng de betreffende zorgverlener op de hoogte als er ongebruikelijke bevindingen optreden.

Door deze voorzorgsmaatregelen in acht te nemen, kunnen beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg het risico op ongelukken, infecties en ongemak voor de patiënt tijdens bloedafnames minimaliseren, waardoor een veilige en effectieve procedure voor beide partijen wordt gegarandeerd.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win