2. Netheid van de glijbaan. De glijbaan moet schoon en vrij van vet of vuil zijn. Als het objectglaasje niet schoon is, kan dit het kleuringsproces verstoren en het moeilijk maken om de cellen te zien.
3. Dikte van de bloedfilm. De bloedfilm moet dun en gelijkmatig zijn. Als de bloedfilm te dik is, kan het moeilijk zijn om de cellen te zien. Als de bloedfilm te dun is, kunnen de cellen beschadigd raken of verloren gaan.
4. Kleuringstechniek. Het bloeduitstrijkje moet met de juiste techniek worden gekleurd. Als de kleurtechniek niet correct is, zijn de cellen mogelijk niet zichtbaar of moeilijk te identificeren.
5. Microscopische techniek. Het bloeduitstrijkje moet worden onderzocht met een microscoop met de juiste vergroting. Als de vergroting te laag is, kan het moeilijk zijn om de cellen te zien. Als de vergroting te hoog is, kan het moeilijk zijn om op de cellen scherp te stellen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win