Er zijn drie hoofdtypen allelopathie:

1. Autotoxiciteit of zelfremming:Dit gebeurt wanneer een plant chemicaliën produceert die zijn eigen groei of kieming remmen. Sommige planten geven bijvoorbeeld allelopathische chemicaliën af in de grond die voorkomen dat hun eigen zaden ontkiemen of groeien.

2. Interallelopathie:Dit treedt op wanneer een plant chemicaliën produceert die de groei of kieming van andere planten remmen. Sommige planten geven bijvoorbeeld allelopathische chemicaliën af in de lucht of de bodem die de groei van naburige planten kunnen remmen.

3. Synergetische allelopathie:Dit treedt op wanneer de allelopathische effecten van twee of meer planten met elkaar interageren en een groter remmend effect veroorzaken dan elk van beide planten afzonderlijk zou produceren. Sommige planten geven bijvoorbeeld allelopathische chemicaliën af die de afgifte van allelopathische chemicaliën uit andere planten kunnen stimuleren, wat resulteert in een synergetisch effect dat de groei van andere planten sterk kan remmen.