1. Diepe veneuze trombose (DVT) in het been:
- Er vormt zich een bloedstolsel in een diepe ader, meestal in de kuit of de dij.
- Risicofactoren voor DVT zijn onder meer langdurige immobilisatie, bepaalde medische aandoeningen, zwangerschap, roken en gebruik van hormoontherapie.
2. Verdrijving en reizen:
- Het bloedstolsel kan losraken van de aderwand en door de bloedbaan gaan bewegen.
3. Inferieure Vena Cava:
- Het losgeraakte stolsel reist door de diepe aderen van het been en komt de onderste vena cava (IVC) binnen.
- De IVC is de grote ader die bloed van het onderlichaam terug naar het hart transporteert.
4. Rechterboezem van het hart:
- De IVC mondt uit in het rechter atrium van het hart.
- Het stolsel passeert het rechter atrium en komt het rechter ventrikel binnen.
5. Longslagader:
- Vanuit de rechterkamer wordt het stolsel in de longslagader gepompt, die bloed naar de longen transporteert.
6. Longembolie (PE):
- Het stolsel reist door de belangrijkste longslagader en kan zich in een van de vertakkingen nestelen, waardoor de bloedtoevoer naar een deel van de long wordt geblokkeerd.
- Deze obstructie veroorzaakt een longembolie, die levensbedreigend kan zijn als deze een voldoende groot deel van de long treft.
Symptomen van een longembolie kunnen zijn:plotselinge kortademigheid, pijn op de borst, snelle hartslag, hoesten (soms met bloederig sputum) en duizeligheid of flauwvallen. Als u deze symptomen ervaart, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Vroegtijdige diagnose en behandeling van DVT en PE zijn van cruciaal belang om ernstige complicaties en mogelijk levensbedreigende gevolgen te voorkomen. Als u risicofactoren heeft voor DVT of vermoedt dat u een bloedstolsel heeft, raadpleeg dan onmiddellijk uw arts.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win