Bloedplaatjes worden getransfundeerd als iemand een laag aantal bloedplaatjes heeft, dit wordt trombocytopenie genoemd. Deze aandoening kan om verschillende redenen optreden, zoals:

- Medische aandoeningen: Bepaalde ziekten zoals leukemie, aplastische anemie of immuuntrombocytopenie (ITP) kunnen de productie of overleving van bloedplaatjes beïnvloeden.

- Kankerbehandeling: Chemotherapie en bestralingstherapie die bij de behandeling van kanker worden gebruikt, kunnen het beenmerg beschadigen dat verantwoordelijk is voor de productie van bloedplaatjes.

- Bloedverlies: Ernstige bloedingen, zoals door een trauma, een operatie of een bevalling, kunnen leiden tot een afname van het aantal bloedplaatjes.

- Medicijnen: Sommige medicijnen, zoals aspirine of bloedverdunners, kunnen de bloedplaatjesfunctie of de levensduur verstoren.

- Splenomegalie: Een vergrote milt kan bloedplaatjes vasthouden en vernietigen, waardoor trombocytopenie ontstaat.

Symptomen van trombocytopenie kunnen zijn:

- Gemakkelijk blauwe plekken

- Bloeding uit de neus, het tandvlees of andere lichaamsplaatsen

- Langdurig bloeden na kleine snijwonden of verwondingen

- Hevige menstruatiebloedingen

Bloedplaatjestransfusie omvat het toedienen van een eenheid of meerdere eenheden bloedplaatjesrijk plasma, verkregen uit gedoneerd bloed, via intraveneuze (IV) infusie. De getransfundeerde bloedplaatjes helpen de normale bloedstolling te herstellen en het risico op overmatig bloeden te verminderen. Bloedplaatjestransfusies zijn doorgaans geïndiceerd wanneer het aantal bloedplaatjes onder een bepaald kritisch niveau daalt, dat varieert afhankelijk van de toestand van het individu en de risicofactoren.