Gebrek aan cellulair metabolisme:Plasma voert, in tegenstelling tot levende cellen, geen cellulair metabolisme uit. Het heeft geen kern, mitochondriën of andere organellen die nodig zijn voor energieproductie, eiwitsynthese en cellulaire functies.
Inerte samenstelling:Plasma bestaat uit verschillende opgeloste ionen, eiwitten, hormonen en afvalproducten, maar mist de zelforganiserende en zelfherstellende eigenschappen die geassocieerd worden met levende organismen.
Gebrek aan cellulaire structuur:In tegenstelling tot levende cellen is plasma niet georganiseerd in een gestructureerde entiteit. Het is in wezen een waterige oplossing van moleculen in de bloedbaan.
Afwezigheid van groei en voortplanting:Plasma heeft niet het vermogen om zelfstandig te groeien, delen of reproduceren. De samenstelling van plasma wordt in stand gehouden door verschillende processen in het lichaam, waaronder de uitwisseling van stoffen met andere compartimenten en regulering door organen zoals de lever en de nieren.
Niet-replicatieve aard:Plasma is niet zelfreplicatief, wat betekent dat het niet in staat is nieuw plasma of andere bloedcellen te produceren.
Hoewel plasma essentieel is voor het in stand houden van het bloedvolume, het transporteren van stoffen en het faciliteren van talrijke fysiologische processen, mist het de bepalende kenmerken van levende organismen. Daarom wordt het beschouwd als een niet-levend bestanddeel van bloed.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win