1. Hemolyse :Dit is de vernietiging van getransfundeerde rode bloedcellen (RBC's) door het immuunsysteem van de ontvanger. Niet-overeenkomende RBC-antigenen (zoals A-, B-, AB- of O-bloedgroepantigenen) kunnen de antilichamen van de ontvanger ertoe aanzetten de donor-RBC's aan te vallen en te vernietigen. Bij dit proces komt hemoglobine vrij, wat de nieren kan beschadigen en een aandoening kan veroorzaken die hemoglobinurie wordt genoemd.
2. Transfusiegerelateerd acuut longletsel (TRALI) :TRALI is een ernstige complicatie die kan optreden wanneer incompatibel plasma of witte bloedcellen worden getransfundeerd. Het wordt gekenmerkt door acute ademnood, koorts, koude rillingen en hypotensie. TRALI kan leiden tot respiratoire insufficiëntie en gaat gepaard met hoge sterftecijfers.
3. Febriele niet-hemolytische transfusiereacties (FNHTR) :FNHTR's komen vaak voor, maar zijn minder ernstige reacties op bloedtransfusies. Ze worden veroorzaakt door antilichamen in het plasma van de ontvanger die reageren met antigenen op witte bloedcellen of bloedplaatjes van de donor. FNHTR's manifesteren zich doorgaans als koorts, koude rillingen en ongemak tijdens of kort na de transfusie.
4. Vertraagde hemolytische transfusiereacties (DHTR) :DHTR's ontstaan enkele dagen tot weken na een transfusie en worden veroorzaakt door antilichamen die zich ontwikkelen als reactie op vreemde RBC-antigenen. Deze antilichamen kunnen getransfundeerde rode bloedcellen aanvallen en vernietigen, wat leidt tot bloedarmoede.
5. Graft-versus-Host-ziekte (GVHD) :GVHD is een zeldzame maar levensbedreigende complicatie die kan optreden wanneer getransfundeerde lymfocyten (een soort witte bloedcellen) de weefsels van de ontvanger aanvallen. GVHD tast verschillende organen aan en veroorzaakt ernstige schade, wat leidt tot een hoog risico op sterfte.
Om deze complicaties te voorkomen, worden bloedtransfusies uitgevoerd waarbij de bloedgroepen zorgvuldig op elkaar worden afgestemd tussen donoren en ontvangers. Deze matching omvat ABO-bloedgroepcompatibiliteit (A, B, AB of O), Rh-factorcompatibiliteit (positief of negatief) en, in sommige gevallen, aanvullende minor antigeenmatching. Moderne bloedbankpraktijken en testprotocollen vóór transfusie zorgen ervoor dat bloedtransfusies zo veilig mogelijk zijn, waardoor het risico op bijwerkingen en complicaties bij de ontvangers aanzienlijk wordt verminderd.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win