De concentratie water in het bloed wordt bepaald door de concentratie opgeloste stoffen in het bloed. Wanneer de concentratie opgeloste stoffen in het bloed hoog is, is de waterconcentratie laag. Wanneer de concentratie opgeloste stoffen in het bloed laag is, is de waterconcentratie hoog.
Watermoleculen verplaatsen zich van de gebieden met een lage concentratie opgeloste stoffen naar de gebieden met een hoge concentratie opgeloste stoffen om de concentratie opgeloste stoffen aan beide zijden van het membraan gelijk te maken. Deze beweging van watermoleculen veroorzaakt osmose.
In het geval van bloed is de concentratie opgeloste stoffen in het bloed hoger dan de concentratie opgeloste stoffen in de interstitiële vloeistof (de vloeistof die de cellen omringt). Dit zorgt ervoor dat watermoleculen vanuit de interstitiële vloeistof via de capillaire wanden in het bloed terechtkomen.
Deze beweging van water in het bloed helpt de bloeddruk en het bloedvolume op peil te houden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win