Er zijn 13 verschillende stollingsfactoren, genummerd van I tot en met XIII. Elk van deze factoren speelt een specifieke rol in het stollingsproces.
De belangrijkste stollingsfactoren zijn:
* Factor I (fibrinogeen):Dit is het eiwit dat de fibrinestrengen vormt waaruit een bloedstolsel bestaat.
* Factor II (protrombine):Dit eiwit wordt omgezet in trombine, het enzym dat de vorming van fibrine katalyseert.
* Factor VIII (antihemofiele factor):Dit eiwit is noodzakelijk voor de activering van factor X.
*Factor IX (Kerstmisfactor):Dit eiwit is ook nodig voor de activering van factor X.
*Factor X (Stuart-factor):Dit eiwit wordt geactiveerd door factor IX en activeert vervolgens factor II.
* Factor XI (antecedent plasmatromboplastine):Dit eiwit wordt geactiveerd door factor XII en activeert vervolgens factor IX.
*Factor XII (Hageman-factor):Dit eiwit wordt geactiveerd door contact met beschadigde bloedvaten en activeert vervolgens factor XI.
* Factor XIII (fibrinestabiliserende factor):Dit eiwit stabiliseert de fibrinestrengen in een bloedstolsel door ertussen covalente bindingen te vormen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win