Een persoon met een positieve bloedgroep heeft het A-antigeen op zijn rode bloedcellen en de Rh-factor (D-antigeen). Een persoon met een B-negatieve bloedgroep heeft het B-antigeen op zijn rode bloedcellen, maar mist de Rh-factor. Wanneer deze twee bloedgroepen worden gemengd, zal de resulterende bloedgroep zowel A- als B-antigenen en de Rh-factor hebben, waardoor het een AB-positieve bloedgroep wordt.
O-negatieve bloedgroep daarentegen mist zowel A- als B-antigenen en heeft niet de Rh-factor. Om O-negatief bloed te produceren, moeten beide ouders een O-negatieve bloedgroep hebben, zodat er geen A-, B- of Rh-antigenen aan het kind worden doorgegeven.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win