Hier zijn enkele scenario's waarin bloedtransfusies uit de placenta kunnen worden overwogen:
1. Intra-uteriene transfusie:In gevallen waarin bij een foetus ernstige bloedarmoede of andere bloedgerelateerde aandoeningen worden vastgesteld terwijl hij zich nog in de baarmoeder bevindt, kunnen intra-uteriene transfusies worden uitgevoerd. Bloed uit de placenta van de moeder of soms van een compatibele donor kan via de navelstreng aan de foetus worden getransfundeerd.
2. Neonatale transfusie:Als een pasgeborene na de geboorte ernstige bloedarmoede, trombocytopenie (laag aantal bloedplaatjes) of andere aandoeningen ervaart die bloedbestanddeeltransfusies vereisen, kan placentabloed als bron worden gebruikt. Placentabloed kan binnen enkele minuten na de bevalling worden verzameld en verwerkt om de componenten ervan te scheiden voor transfusie.
3. Autologe transfusie:In sommige gevallen kan het placentabloed dat onmiddellijk na de bevalling wordt verzameld, terug naar de pasgeborene worden getransfundeerd (autologe transfusie). Deze strategie heeft tot doel het eigen bloed van het kind te gebruiken dat anders zou worden weggegooid, waardoor potentiële risico's die gepaard gaan met bloedtransfusies van externe donoren worden vermeden.
Placenta-bloedtransfusies worden meestal uitgevoerd bij pasgeborenen en worden alleen overwogen als er een medische noodzaak is en na zorgvuldige evaluatie door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Over het algemeen worden strikte criteria en richtlijnen gevolgd om de veiligheid van de ontvanger en de juiste behandeling en verwerking van placentabloed te garanderen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win