Bloedgroep O is mogelijk bij A- en B-ouders als beide ouders heterozygoot zijn voor hun bloedgroep. Dit betekent dat beide ouders naast het O-allel ook één A-allel en één B-allel moeten dragen. Wanneer twee van zulke ouders paren, is er een kans van 1 op 4 dat hun kind twee O-allelen erft en bloedgroep O krijgt.

Hier is een overzicht van de mogelijke bloedgroepen van nakomelingen wanneer beide ouders heterozygoot zijn voor bloedgroepen A en B:

- A:1 op 4 kans

- B:kans van 1 op 4

- AB:kans van 1 op 4

- O:kans van 1 op 4

Daarom is het mogelijk dat een kind bloedgroep O heeft, zelfs als beide ouders bloedgroep A en B hebben.