Wanneer er schade aan de bloedvaten optreedt, wordt de stollingscascade op gang gebracht, te beginnen met de activering van factor XII. Activering van deze factoren omvat een reeks enzymatische reacties, waarbij geactiveerde factoren inactieve factoren omzetten in hun actieve vormen. Naarmate de cascade vordert, leidt dit uiteindelijk tot de activering van trombine.
Trombine zet vervolgens fibrinogeen (een oplosbaar eiwit dat aanwezig is in bloedplasma) om in fibrine. Fibrinemoleculen komen samen om een gaasachtig netwerk te vormen, waarbij bloedplaatjes en rode bloedcellen met elkaar verstrengeld worden om een stolsel of trombus te vormen die het beschadigde bloedvat afsluit en het bloeden stopt.
Het traditionele begrip suggereert dus dat de activering van alle dertien stollingsfactoren op een goed gecoördineerde manier nodig is om te leiden tot de vorming van een stabiel bloedstolsel.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win