Antigenen:
* Een antigeen: Personen met type A-bloed hebben een A-antigeen op het oppervlak van hun rode bloedcellen.
* B Antigeen: Personen met type B-bloed hebben een B-antigeen op het oppervlak van hun rode bloedcellen.
* AB-antigeen: Personen met type AB-bloed hebben zowel A- als B-antigenen op het oppervlak van hun rode bloedcellen.
* O Antigeen: Personen met bloedgroep O hebben geen A- of B-antigenen op het oppervlak van hun rode bloedcellen.
Antilichamen:
* Anti-A-antilichamen: Personen met type A-bloed hebben anti-B-antilichamen in hun plasma.
* Anti-B-antilichamen: Personen met type B-bloed hebben anti-A-antilichamen in hun plasma.
* Anti-A- en anti-B-antilichamen: Personen met bloedtype AB hebben geen anti-A- of anti-B-antilichamen in hun plasma.
* Geen antilichamen: Personen met bloedgroep O hebben zowel anti-A- als anti-B-antilichamen in hun plasma.
Deze antigenen en antilichamen spelen een cruciale rol bij het bepalen van de compatibiliteit tijdens bloedtransfusies. Bij het transfunderen van bloed is het essentieel om de bloedgroep van de donor en de ontvanger op elkaar af te stemmen om immuunreacties en mogelijke complicaties te voorkomen. Het transfunderen van onverenigbaar bloed kan leiden tot klontering of agglutinatie van rode bloedcellen, wat mogelijk aanzienlijke gezondheidsproblemen kan veroorzaken.
Het ABO-bloedgroepsysteem is een fundamenteel aspect van bloedtypering en -transplantatie en waarborgt de veiligheid en effectiviteit van bloedtransfusies en orgaantransplantaties. Door deze verschillen te begrijpen, kunnen medische professionals passende bloedproducten aan patiënten verstrekken op basis van hun bloedgroep en het risico op bijwerkingen minimaliseren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win