1. Was je handen.

2. Schakel de infuuspomp uit, indien aanwezig.

3. Klem de infuusslang dicht bij de inbrengplaats vast.

4. Verwijder de tape waarmee de naald of katheter in de poort of huid van de patiënt is bevestigd. Verwijder de naald/katheter uit de ader/poort. Gooi het weg in overeenstemming met het beleid van de instelling voor de veiligheid van scherpe voorwerpen. Reinig de infuuspoort volgens het protocol voor uw zorgomgeving, met zoutoplossing of steriele gaasjes (geen alcohol).

5. Oefen druk uit met verband op de inbrengplaats (u kunt een IV-slangsegment van ongeveer 7,5 cm lang over de inbrengplaats gebruiken, tape op zijn plaats houden voor volwassenen/oudere adolescenten gedurende ongeveer 5 - 10 minuten.