De overerving van de bloedgroep wordt bepaald door het ABO-gen, dat drie mogelijke allelen heeft:A, B en O. Elk individu erft één ABO-allel van elke ouder. De volgende combinaties van allelen resulteren in verschillende bloedgroepen:
- AA of AO:een bloedgroep
- BB of BO:Bloedgroep B
- AB:AB-bloedgroep
- OO:O bloedgroep
In het geval van bloedgroep AB draagt een ouder met bloedgroep A (AA- of AO-genotype) het A-allel bij, terwijl een ouder met bloedgroep B (BB- of BO-genotype) het B-allel bijdraagt. De nakomelingen erven zowel het A- als het B-allel, wat resulteert in de AB-bloedgroep.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win