Gezondheid en ziekte gezondheid logo
bloedziekten

Hoe moet een verpleegkundige de patiënt behandelen met behulp van een bloedherinfusiesysteem?

Vóór bloedinfusie:

1. Geïnformeerde toestemming verkrijgen: Zorg ervoor dat de patiënt schriftelijke geïnformeerde toestemming heeft gegeven voor de bloedherinfusieprocedure.

2. Patiëntidentificatie: Verifieer de identiteit van de patiënt met behulp van twee patiëntgegevens, zoals naam en geboortedatum, om fouten te voorkomen.

3. Bloedproductverificatie: Controleer nogmaals het etiket van het bloedproduct om er zeker van te zijn dat het overeenkomt met de naam, de bloedgroep en andere relevante informatie van de beoogde ontvanger.

4. Voorbereiding: Stel het bloedherinfusiesysteem in volgens de instructies van de fabrikant. Prime de slang en zorg ervoor dat er geen luchtbellen in het systeem zitten.

5. Apparatuurcontrole: Inspecteer alle apparatuur en aansluitingen op goede werking en integriteit.

6. Vitale functies: Controleer de vitale functies van de patiënt vóór, tijdens en na de bloedherinfusie om eventuele bijwerkingen op te sporen.

Tijdens bloedreïnfusie:

1. Langzame en gecontroleerde infusie: Start de herinfusie van bloed langzaam en verhoog geleidelijk de snelheid, zoals door de patiënt wordt verdragen.

2. Patiëntobservatie: Houd de patiënt nauwlettend in de gaten op tekenen van transfusiereacties, zoals koorts, koude rillingen, kortademigheid of veranderingen in vitale functies.

3. Bloedstroom: Zorg ervoor dat het bloed tijdens de reïnfusie soepel en zonder onderbrekingen stroomt.

4. Bewaking van vitale functies: Houd voortdurend vitale functies in de gaten, waaronder bloeddruk, hartslag, ademhalingsfrequentie en zuurstofverzadiging.

5. Allergiebeheer: Houd noodmedicijnen bij de hand voor het geval van anafylactische reacties.

Na bloedinfusie:

1. Patiëntbeoordeling: Controleer de patiënt gedurende ten minste 30 minuten nadat de bloedherinfusie is voltooid om eventuele vertraagde reacties te identificeren.

2. Documenteren: Documenteer alle relevante details van de bloedherinfusieprocedure, inclusief het volume van het getransfundeerde bloed, de begin- en eindtijden van de infusie en eventuele waargenomen reacties.

3. Vervolgzorg: Zorg voor post-transfusiezorg zoals voorgeschreven, inclusief controle op tekenen van bloedarmoede of andere complicaties.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win