Het missen van de ader tijdens een bloedtest kan pijn, ongemak en blauwe plekken veroorzaken. Wanneer een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg bloed probeert af te nemen, selecteert hij of zij doorgaans een ader die zichtbaar en prominent aanwezig is, meestal aan de binnenkant van de elleboog of de handrug. Als de zorgverlener de ader mist en in plaats daarvan de naald in het omringende weefsel of de omringende huid steekt, kan dit ongemak en pijn veroorzaken. De naald kan de omliggende weefsels en bloedvaten beschadigen, wat kan leiden tot blauwe plekken, zwellingen en ongemak. In sommige gevallen kan het missen van de ader ook resulteren in een hematoom, een ophoping van bloed buiten de bloedvaten, waardoor er een knobbel of bult onder de huid ontstaat. Om te voorkomen dat de ader wordt gemist, zijn beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg getraind in het gebruik van de juiste technieken, het palperen van de ader en het correct inbrengen van de naald onder de huid.