Als beide ouders bloedgroep A hebben, hebben ze elk 50% kans om het A-allel door te geven en 50% kans om het O-allel door te geven. Als ze allebei het O-allel doorgeven, heeft hun kind bloedgroep O.
Hier is een Punnett-vierkant dat de mogelijke genotypen en fenotypes toont van een koppel met type A-bloed:
| | Een | O |
|:---:|:---:|:---:|
|EEN| AA(A) | AO (A)|
|O| AO (A)| OO(O)|
Zoals je op het Punnett-vierkant kunt zien, is er een kans van 25% dat een echtpaar met bloedgroep A een kind krijgt met bloedgroep O.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win