1. Celmembraan: Het celmembraan vormt de buitenste laag van de witte bloedcel. Het reguleert de beweging van stoffen in en uit de cel en biedt structurele ondersteuning.
2. Cytoplasma: Het cytoplasma is de gelachtige substantie die de cel vult. Het bevat verschillende organellen en structuren die verantwoordelijk zijn voor de functies van de cel.
3. Kern: De kern is een membraangebonden structuur die zich nabij het midden van de cel bevindt. Het bevat het genetische materiaal van de cel, inclusief DNA, dat de instructies bevat voor eiwitsynthese en celdeling.
4. Nucleolus: Binnen de kern bevindt zich een kleinere structuur, de nucleolus. Het is betrokken bij de synthese (productie) van ribosomen, die verantwoordelijk zijn voor de eiwitsynthese.
5. Endoplasmatisch reticulum (ER): Het ER is een netwerk van membraangebonden zakjes en tubuli dat zich door het cytoplasma uitstrekt. Het is betrokken bij de eiwitsynthese, het lipidenmetabolisme en het transport van materialen in de cel.
6. Golgi-apparaat: Het Golgi-apparaat is een stapel afgeplatte membranen die verantwoordelijk zijn voor het modificeren, sorteren en verpakken van eiwitten, lipiden en andere stoffen die in de cel worden geproduceerd.
7. Lysosomen: Lysosomen zijn membraangebonden organellen die spijsverteringsenzymen bevatten. Ze helpen bij het afbreken en recyclen van cellulair afval, vreemde stoffen en verzwolgen micro-organismen.
8. Centrosoom: Het centrosoom is een gebied nabij de kern dat twee structuren bevat die centriolen worden genoemd. Ze zijn belangrijk voor het organiseren van de microtubuli van de cel en spelen een cruciale rol bij de celdeling.
9. Mitochondriën: Mitochondriën worden vaak de ‘krachtcentrales van de cel’ genoemd. Ze produceren het grootste deel van de energie van de cel in de vorm van ATP (adenosinetrifosfaat).
10. Ribosomen: Ribosomen zijn kleine, dichte structuren die verantwoordelijk zijn voor de eiwitsynthese in de cel. Ze bevinden zich in het cytoplasma of zijn vastgemaakt aan het ER.
11. Cytoskelet: Het cytoskelet is een netwerk van eiwitfilamenten dat structurele ondersteuning en vorm aan de cel biedt. Het maakt ook celbeweging mogelijk.
12. Secretoire blaasjes: Sommige witte bloedcellen, zoals macrofagen en neutrofielen, bevatten secretoire blaasjes gevuld met enzymen, antimicrobiële stoffen en cytotoxische moleculen. Wanneer ze worden geactiveerd, versmelten deze blaasjes met het celmembraan, waardoor hun inhoud vrijkomt om ziekteverwekkers te bestrijden.
13. Fagocytische vacuolen: Deze vacuolen zijn gespecialiseerde structuren die worden aangetroffen in fagocytische witte bloedcellen, zoals neutrofielen en macrofagen. Ze verzwelgen en bevatten vreemde deeltjes, bacteriën en cellulair afval voor daaropvolgende vernietiging.
De bovengenoemde interne componenten werken samen om witte bloedcellen hun primaire functies te laten uitvoeren, waaronder fagocytose (inname van vreemde stoffen), antigeenpresentatie en de productie van immuunmoleculen die cruciaal zijn voor de verdediging van het lichaam tegen infecties en ziekten.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win