Gezondheid en ziekte gezondheid logo
bloeding

Wat is non-hemolyse 10?

Niet-hemolyse 10 verwijst naar een specifiek criterium dat wordt gebruikt bij het testen op bloedcompatibiliteit. Het maakt deel uit van het compatibiliteitstestproces dat voorafgaand aan bloedtransfusies wordt uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het bloed van de donor compatibel is met het bloed van de ontvanger.

Wat betekent niet-hemolyse 10?

- Niet-hemolyse: Dit geeft aan dat er geen zichtbare vernietiging of afbraak van rode bloedcellen (hemolyse) plaatsvindt wanneer het serum (of plasma) van de ontvanger wordt gemengd met de rode bloedcellen van de donor.

- 10: Het getal 10 verwijst naar de serumverdunning die werd gebruikt in de compatibiliteitstest. Bij compatibiliteitstests wordt gewoonlijk een serumverdunning van 10% gebruikt.

Waarom is niet-hemolyse belangrijk?

Bij compatibiliteitstests is het van cruciaal belang om te bepalen of het serum van de ontvanger antilichamen bevat die specifieke antigenen op de rode bloedcellen van de donor kunnen herkennen en eraan kunnen binden. Als een dergelijke binding optreedt, kan dit leiden tot hemolyse, wat ernstige bijwerkingen bij de ontvanger kan veroorzaken.

Een negatief niet-hemolyse 10-resultaat suggereert dat er geen incompatibele antilichamen aanwezig zijn in het serum van de ontvanger die hemolyse van de rode bloedcellen van de donor zouden kunnen veroorzaken. Dit duidt op een gebrek aan klinisch significante erytrocytenantilichamen die een risico kunnen vormen tijdens de transfusie.

Testprocedure

Om de niet-hemolyse 10-test uit te voeren, wordt een monster van het serum van de ontvanger verdund met een zoutoplossing (doorgaans een verdunning van 1:10). Het verdunde serum wordt vervolgens gemengd met de rode bloedcellen van de donor en gedurende een bepaalde tijd bij een specifieke temperatuur geïncubeerd. Na incubatie wordt het mengsel visueel onderzocht om te beoordelen of er hemolyse heeft plaatsgevonden.

Klinische betekenis

Een positief niet-hemolyse 10-resultaat duidt op hemolyse, wat erop wijst dat er incompatibele antilichamen aanwezig zijn in het serum van de ontvanger. In dergelijke gevallen zouden verdere compatibiliteitstests en antilichaamidentificatie nodig zijn om de specifieke betrokken antilichamen te bepalen. Dit zou als leidraad dienen voor de selectie van geschikt, compatibel bloed voor transfusie.

Door te zorgen voor niet-hemolyse 10 (en andere compatibiliteitscriteria) kunnen bloedtransfusies veilig worden uitgevoerd, waardoor het risico op hemolytische transfusiereacties en andere nadelige gevolgen wordt geminimaliseerd.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win