1. Letsel aan een bloedvat: Het proces van bloedstolling wordt gestart wanneer een bloedvat beschadigd of gewond raakt, bijvoorbeeld door een snee of trauma.
2. Blootstelling aan weefselfactor: Door de verwonding van het bloedvat komt het onderliggende weefsel bloot te liggen, dat een eiwit bevat dat weefselfactor wordt genoemd. Weefselfactor is de primaire trigger voor de stollingscascade.
3. Activering van de stollingscascade: Weefselfactor bindt zich aan een eiwit genaamd factor VII, dat vervolgens factor X activeert. Dit veroorzaakt een kettingreactie die bekend staat als de stollingscascade, waarbij verschillende stollingsfactoren, enzymen en eiwitten betrokken zijn die stapsgewijs met elkaar interageren.
4. Vorming van fibrine: De stollingscascade leidt tot de omzetting van een eiwit genaamd fibrinogeen in fibrinestrengen. Fibrinestrengen zijn onoplosbaar en vormen een gaasachtig netwerk, waardoor bloedplaatjes en andere bloedcellen met elkaar verstrengeld raken.
5. Activering en aggregatie van bloedplaatjes: Bloedplaatjes zijn kleine, schijfvormige bloedcellen die een cruciale rol spelen bij de bloedstolling. Ze worden geactiveerd wanneer ze in contact komen met het beschadigde bloedvat en de stollingsfactoren. Geactiveerde bloedplaatjes veranderen van vorm, breiden hun uitsteeksels uit en worden plakkerig. Ze aggregeren samen en vormen een bloedplaatjesplug die helpt het beschadigde gebied af te dichten.
6. Retractie van het stolsel: Zodra het fibrinegaas zich rond de bloedplaatjesplug vormt, ondergaat het een proces dat terugtrekking wordt genoemd. Tijdens het terugtrekken trekken de bloedplaatjes de randen van het beschadigde bloedvat dichter naar elkaar toe, waardoor het stolsel verder wordt versterkt en het bloedverlies wordt verminderd.
7. Oplossing van het stolsel: Nadat het stolsel is gevormd en het bloedvat is genezen, wordt het lichaam geleidelijk afgebroken en wordt het stolsel verwijderd via een proces dat fibrinolyse wordt genoemd. Dit zorgt ervoor dat de bloedstroom naar het getroffen gebied wordt hersteld zodra de genezing is voltooid.
Het is belangrijk op te merken dat bloedstolling een strak gereguleerd proces is bij gezonde personen. Verschillende eiwitten, remmers en feedbackmechanismen zorgen ervoor dat stolsels alleen worden gevormd als dat nodig is en vervolgens worden opgelost als de behoefte eraan niet meer bestaat. Abnormale of overmatige stolling kan echter leiden tot aandoeningen zoals diepe veneuze trombose (DVT) of longembolie (PE), terwijl onvoldoende stolling kan leiden tot bloedingsstoornissen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win