De belangrijkste factor bij het vrijkomen of hechten van zuurstof uit hemoglobine is de partiële zuurstofdruk (pO2). Hemoglobine heeft een sigmoïdvormige zuurstofbindingscurve, wat betekent dat de hoeveelheid zuurstof gebonden aan hemoglobine snel toeneemt bij lage pO2-niveaus, maar vervolgens plateaut bij hogere pO2-niveaus. Deze vorm is te wijten aan de coöperatieve binding van zuurstof aan hemoglobine, wat betekent dat de binding van één zuurstofmolecuul aan hemoglobine de affiniteit van de resterende subeenheden voor zuurstof verhoogt.
In de longen, waar de pO2 hoog is, bindt zuurstof zich aan hemoglobine en wordt naar de weefsels getransporteerd. In de weefsels, waar de pO2 lager is, komt zuurstof vrij uit hemoglobine en diffundeert naar de cellen. Het Bohr-effect, de afname van de hemoglobine-affiniteit voor zuurstof bij lagere pH-niveaus, speelt ook een rol bij de zuurstofafgifte in de weefsels.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win